1. De videoclip
- Aandeel aan de video: Ik speel 1 van de apen in 'Lions sleeps tonight'.
- Wat heb ik geleerd? : Het was een leuke ervaring. Vaak worden dit soort dingen uitgesteld maar ik heb geleerd dat je gewoon verstand op 0 moet zetten en gelijk aan de slag moet gaan. Dan krijg je de leukste resultaten! Ik kan nu een video monteren en bewerken, super gaaf!
- Ontwikkelpunten: Mijn gesproken stukje was wat minder goed te verstaan, volgende keer misschien harder/duidelijker praten!
Filmpje 'Lions sleeps tonight'
Feedback (3x)
Gekozen lied: The lion sleeps tonight Datum: november 2011
Deelnemers
1. Naomi 4. Jolijn
2. Tessa 5. Jorien
3. Christa 6. Eva
Verbeelding
muzikaal aspect
|
Zichtbaar door
|
Feedback
|
Klank
|
De gitaar en trommel
|
Goed zichtbaar in het filmpje. Deze instrumenten geven het ritme aan.
|
Vorm
|
De afwisseling in de omgeving, verschillende kanten gefilmt.
|
Door de afwisseling krijg je de situatie waar het zich afspeelt meer in beeld. Er wordt bijvoorbeeld vanaf onder gefilmd naar de boom toe en ook naar de boom van voren. Met leeuw daarin op de voorgrond.
|
Betekenis
|
De maskers die we op hadden gaf betekenis aan het lied. De apen en de leeuw.
|
Ziet er grappig uit, mensen die dieren zijn door het masker.
|
Anders:
|
Eigen vaardigheid
Ik ben in staat:
|
Ja
|
Nee
|
Indien nee, hoe ga je zorgen dat je dit leert?
|
Op goede hoogte de toon over te nemen en het lied in te zetten
|
Ja
| ||
Melodieën correct te zingen
|
Ja
| ||
Verstaanbaar te zingen
|
Ja
| ||
In de maat te bewegen
|
Ja
| ||
Andere problemen:
|
Feedback 1:
Feedback 2:
Feedback 3:
Lesvoorbereiding 1:
Lesvoorbereiding
Naam
|
Christa Kluifhooft
|
Groep
|
1j
|
Stagebegeleider/
coach |
Inge
|
Stageschool
|
Kon. Beatrixschool
|
Groep
|
8
|
Mentor
|
Anke
|
Activiteit
|
Muziek lang leve de zappelin
|
Datum
|
17-11-11
| ||
Leerpunten student
|
1. leren dirrigeren
|
2. leren inzetten
|
3.
|
Verantwoording (waarom ga je dit doen)
Beginsituatie
Beschrijf wat de leerlingen al weten, of ze er wel eens mee te maken hebben, welke leerlingen problemen hebben met dit onderwerp of met de werkvorm, …
|
Kinderen zingen veel. Dit liedje kennen ze nog niet.
|
Doelstellingen
Wat moeten de leerlingen aan het einde van de les geleerd hebben?
Formuleer doelen die concreet, meetbaar, zichtbaar, haalbaar zijn.
|
.de kinderen moeten aan het eind van de les het liedje kunnen zingen.
|
Evaluatie
Benoem van elk doel hoe en wanneer je vaststelt of dit is behaald.
|
Als ze het liedje kennen en goed kunnen uitvoeren.
|
Werkwijze en middelen (waarmee ga je dit doen)
Didactische Werkvormen
Wat doe jij?
|
Ik leer de kinderen een lied aan ‘lang leve de zappelin’.
De kinderen leren het liedje en doen mee.
Mijn stem en bewegingen
Hun stem en bewegingen.
| ||
Leeractiviteiten
Wat doen de leerlingen?
| |||
Instructie-middelen
Welke middelen gebruik jij?
| |||
Leermiddelen
Welke middelen gebruiken de leerlingen?
|
Organisatie (Aan welke praktische zaken moet je denken bij de uitvoering; maak eventueel een schets van de ruimte)
Vooraf
Wat moet klaarliggen? Waar kunnen leerlingen spullen zelf pakken?
|
NVT
NVT
Na afloop, als de kinderen het goed doen, mogen ze pas pauze houden.
|
Tijdens
Moet de organisatie aangepast worden? Waar leggen de leerlingen hun product?
| |
Na afloop
Bereid een rustige lesovergang voor. Wie ruimt wat op? Waar en hoe moeten leerlingen gaan zitten?
|
Lesopbouw
(wat ga je precies doen)
Keuze lesmodel
benoem hieronder in de eerste kolom
de fasen die horen bij het gekozen lesmodel |
Aanvullende vakdidactische eisen
·
|
DA
|
ADI
| ||||||||
1 Inleiding
2 Kern
3 Afsluiting
|
1 Terugblik
2 Oriëntatie
3 Uitleg
4 Begeleide oefening
5 Zelfstandige verwerking
6 Evaluatie
continu: REFLECTIE
|
lesfase
|
tijd
|
activiteit
|
Inleiding
Kern
Afsluiting
|
Ik vraag aan de kinderen wie er graag pauze wilt. Ze mogen pas pauze houden als het liedje wat ik ze aanleer goed lukt. Ze vinden zingen erg leuk!
Ik zing het liedje een keer voor.
Daarna zin ik het liedje nog een keer voor maar nu met de bewegingen.
De kinderen doen nu met mij mee.
Nu ook met de bewegingen erbij.
Als de kinderen dit goed kunnen gaan we woorden weghalen, ze mogen hier dus niet het woord zingen alleen maar de beweging maken.
Ik doe dit een keer voor.
Nu doen de kinderen het ook.
We laten steeds meer woorden weg en blijven oefenen.
Als iedereen het lukt om niet te zingen op het moment dat er een woord is weggelaten, is mijn doel bereikt en mogen ze pauze houden.
|
Feedback 1:
Lesbegeleiding
Naam
|
Christa
|
Groep
|
Stagebegeleider/
coach | ||
Stageschool
|
Kon Beatrix
|
Groep
|
Mentor
|
Anke Fletterman
| |
Activiteit
|
Muziek
|
Datum
|
17-11-11
| ||
Leerpunten student
|
1.
|
2.
|
3.
|
Observaties
|
Feedback
| |
Lesuitvoering
Wat doet de student waardoor gewenst gedrag / resultaat ontstaat?
Waar blijven kansen onbenut?
Welke handelingen leiden tot ongewenst resultaat?
|
Je daagt de klas op een leuke manier uit door ze de pauze te beloven. Eerst zin je het lied voor. Ze pakken het snel op.
Daarna bewegingen erbij.
Ze gaan hierbij staan omdat ze enthousiast zijn.
Als laatste moeten ze woorden weglaten en alleen de beweging erbij. Dit lukt niet snel. Geeft veel hilariteit.
|
à goed geïnntroduceerd. Ze zijn gelijk enthousiast. Ze leren het lied goed en heel snel aan.
Met alleen de beweging erbij duurt het lang maar dit geeft alleen maar veel plezier.
Hele leuke les, goed gedaan.
|
Voorbereiding
- beginsituatie
- doelstellingen
- evaluatie
- middelen
- organisatie
- gekozen lesmodel
- lesopbouw
|
Conclusies
| ||
Feedback op leerpunten student
|
1.
|
Goed gedaan, erg leuke les!
|
2.
| ||
3.
| ||
Leerpunten
- volgende keer
- komende tijd
|
Dit vaker doen!
| |
Lesvoorbereiding 2:
Lesvoorbereiding
Naam
|
Christa Kluifhooft
|
Groep
|
1j
|
Stagebegeleider/
coach |
Inge
|
Stageschool
|
Kon. Beatrixschool
|
Groep
|
8
|
Mentor
|
Anke
|
Activiteit
|
Muziek 7 pieten
|
Datum
|
24-11-11
| ||
Leerpunten student
|
1. leren dirrigeren
|
2. leren inzetten
|
3.
|
Verantwoording (waarom ga je dit doen)
Beginsituatie
Beschrijf wat de leerlingen al weten, of ze er wel eens mee te maken hebben, welke leerlingen problemen hebben met dit onderwerp of met de werkvorm, …
|
Kinderen zingen veel. Dit liedje kennen ze nog niet.
|
Doelstellingen
Wat moeten de leerlingen aan het einde van de les geleerd hebben?
Formuleer doelen die concreet, meetbaar, zichtbaar, haalbaar zijn.
|
.de kinderen moeten aan het eind van de les het liedje kunnen zingen.
|
Evaluatie
Benoem van elk doel hoe en wanneer je vaststelt of dit is behaald.
|
Als ze het liedje kennen en goed kunnen uitvoeren.
|
Werkwijze en middelen (waarmee ga je dit doen)
Didactische Werkvormen
Wat doe jij?
|
Ik leer de kinderen een lied aan ‘7 zwarte pieten’ .
De kinderen leren het liedje en doen mee.
Mijn stem
Hun stem
| ||
Leeractiviteiten
Wat doen de leerlingen?
| |||
Instructie-middelen
Welke middelen gebruik jij?
| |||
Leermiddelen
Welke middelen gebruiken de leerlingen?
|
Organisatie (Aan welke praktische zaken moet je denken bij de uitvoering; maak eventueel een schets van de ruimte)
Vooraf
Wat moet klaarliggen? Waar kunnen leerlingen spullen zelf pakken?
|
NVT
NVT
Na afloop, als de kinderen het goed doen, mogen ze pas pauze houden.
|
Tijdens
Moet de organisatie aangepast worden? Waar leggen de leerlingen hun product?
| |
Na afloop
Bereid een rustige lesovergang voor. Wie ruimt wat op? Waar en hoe moeten leerlingen gaan zitten?
|
Lesopbouw
(wat ga je precies doen)
Keuze lesmodel
benoem hieronder in de eerste kolom
de fasen die horen bij het gekozen lesmodel |
Aanvullende vakdidactische eisen
·
|
DA
|
ADI
| ||||||||
1 Inleiding
2 Kern
3 Afsluiting
|
1 Terugblik
2 Oriëntatie
3 Uitleg
4 Begeleide oefening
5 Zelfstandige verwerking
6 Evaluatie
continu: REFLECTIE
|
lesfase
|
tijd
|
activiteit
|
Inleiding
Kern
Afsluiting
|
Omdat de kinderen het liedje van de zappelin zo leuk vonden doen we weer zo iets.
Ik zing het liedje een keer voor.
Daarna zin ik het liedje nog een keer voor maar nu haal ik de 7e piet weg.
De kinderen doen nu met mij mee.
Nu leg ik uit dat we iedere keer een piet weghalen.
Als iedereen het lukt om niet te zingen op het moment dat er een piet wordt weggelaten, is mijn doel bereikt en mogen ze naar huis.
|
Feedback Marjanka:
Format beoordeling kunstdossier OB 1
Naam: Christa Kluifhooft Groep: 1j
Studentnummer: 110168
Datum beoordeling: 4 maart 2012
Onderdeel
|
Aanwezig
|
Opmerkingen
|
Videoclip
|
ja
| |
Feedbackformulier
|
ja
| |
Reflectieformulier
|
ja
| |
Activiteiten drama
|
ja
| |
Activiteiten beeldende vorming
|
ja
| |
Activiteiten muziek
|
ja
|
Algemene indruk:
Wat een enthousiasme straal t er uit je kunstdossier. Je bent al uitgebreid aan de slag gegaan, ondanks de groep 8, wat veel mensen eng vinden. Prima. De kinderen reageren goed en ze vinden dit dus heerlijk om te doen, waarvan jij dan weer geniet!!
In je korte tussenstukjes reflecteer je op jezelf, je geeft aan dat er best dingen te verbeteren vallen, maar dat je er ook beter in wordt om het enthousiasme van de kinderen niet uit de hand te laten lopen.
Voor de volgende periode mag je meer gaan doen met de theorie en de didactiek. Dat levert op dat je het ‘leuk’ misschien wel gaat ontstijgen, dus bijvoorbeeld werkelijke kunstdoelen kunt gaan toevoegen.
Ik ga het voor je aftekenen. Veel plezier en succes met de kunstlessen in de volgende periode.
Groet Marjanka
Lesvoorbereiding :
Lesvoorbereiding
Naam
|
Christa Kluifhooft
|
Groep
|
1J
|
ICO(Stagebegeleider)
|
Inge
|
Praktijkschool
|
Kon. Beatrixschool
|
Groep
|
1/2
|
Mentor
|
Yvonne
|
Activiteit
|
Muziek ‘spel’
|
Datum
|
16-02-2012
| ||
Leerpunten student
|
1. kinderen opdracht duidelijk maken (stapje voor stapje vertellen)
|
2. De kinderen motiveren
|
3.
|
Verantwoording (waarom ga je dit doen)
Beginsituatie
Beschrijf wat de leerlingen al weten, of ze er wel eens mee te maken hebben, welke leerlingen problemen hebben met dit onderwerp of met de werkvorm, …
|
De kinderen werken met het thema: ‘bouwen’ en hebben zelf al veel spullen meegebracht om hun woordenschat te vergroten. De plaatjes over het thema bouwen herkennen ze dus al. Ze spelen ook wel eens op een instrument.
|
Doelstellingen
Wat moeten de leerlingen aan het einde van de les geleerd hebben? Formuleer je doelen SMART.
|
De kinderen werken in dit spelletje aan hun ‘geheugen’.
|
Evaluatie
Benoem van elk doel hoe en wanneer je vaststelt of dit is behaald.
|
Als de kinderen het juiste instrument bespelen bij het juiste plaatje (ook na uitwisseling van de instrumenten).
|
Werkwijze en middelen (hoe en waarmee ga je dit doen)
Didactische Werkvormen
Wat doe jij?
|
Ik leg het spel stapje voor stapje uit aan de kinderen.
De leerlingen luisteren en doen het spel.
Ik gebruik plaatjes (A4 formaat)
De kinderen gebruiken instrumenten of hun handen om mee te klappen.
| ||
Leeractiviteiten
Wat doen de leerlingen?
| |||
Instructie-middelen
Welke middelen gebruik jij?
| |||
Leermiddelen
Welke middelen gebruiken de leerlingen?
|
Organisatie (Aan welke praktische zaken moet je denken bij de uitvoering; maak eventueel een schets van de ruimte)
Vooraf
Wat moet klaarliggen? Waar kunnen leerlingen spullen zelf pakken?
|
De plaatjes moeten klaar liggen en de instrumenten.
De kinderen leveren de instrumenten bij mij weer in en gaan daarna op hun plek zitten.
Om weer stilte/rust in de klas te krijgen moeten de kinderen zo hard mogelijk klappen als ik mijn handen ver uit elkaar doe en steeds zachter als mijn handen dichter naar elkaar toe gaan.
|
Tijdens
Moet de organisatie aangepast worden? Waar leggen de leerlingen hun product?
| |
Na afloop
Zorg een rustige overgang naar de volgende les. Wie ruimt wat op? Waar moeten leerlingen gaan zitten?
|
Lesopbouw
(wat ga je precies doen)
Keuze lesmodel
benoem hieronder in de eerste kolom
de fasen die horen bij het gekozen lesmodel |
Aanvullende vakdidactische eisen
· KVB model
klank vorm en betekenis.
|
DA
|
ADI
| ||||||||
1 Inleiding
2 Kern
3 Afsluiting
|
1 Terugblik
2 Oriëntatie
3 Uitleg
4 Begeleide inoefening
5 Zelfstandige verwerking
6 Evaluatie
continu: REFLECTIE
|
lesfase
|
tijd
|
activiteit
|
Inleiding
Kern
Afsluiting
|
Ik laat de plaatjes zien aan de kinderen en vraag of zij weten wat het is. Ik pak de instrumenten erbij. Ik leg de kinderen uit dat ik de plaatjes straks op de grond leg in een volgorde. Bijvoorbeeld eerst het huisje, dan de hamer, dan de zaag etc.
Als ik het huisje aanwijs, moeten de kinderen die straks een trommel vast hebben 1 keer op de trom slaan.
Als ik de hamer aanwijs moeten de kinderen 1 keer in hun handen klappen.
Zo is er bij ieder plaatje een instrument/geluid.
Ik leg de kinderen uit als ik mijn handen ver uit elkaar heb, dat ze zoveel geluid mogelijk moeten maken maar als mijn handen dichter bij elkaar komen, moeten ze steeds zachter zijn en als mijn handen elkaar raken, moet het stil zijn. Je mag natuurlijk niet gillen, alleen klappen met je handen of op je instrument spelen.
Als ik de instrumenten heb uitgedeeld en iedereen is weer stil, wijs ik de plaatjes 1 voor 1 aan en de kinderen moeten dan het juiste geluid maken bij dit plaatje.
Als dit goed gaat, wissel ik een plaatje om, zodat de volgorde anders wordt. Als dit weer goed gaat, kan ik dit nog een keer doen of de kinderen laten wisselen van instrument.
De kinderen mogen nog 1 keer zoveel mogelijk geluid maken met klappen en instrumenten, en hier gebruik ik weer mijn handen bij.
Klank: Ik varieerde met het tempo van het aanwijzen van de plaatjes. De kinderen moesten dan sneller reageren. Ook heb ik aan klank gewerkt in de les door mijn handen verder uit elkaar te doen (de kinderen mochten dan harder spelen.) als ik mijn handen dichter naar elkaar toe deed, moesten zij zachter spelen. Vorm: Herhaling zit er in. De kinderen moeten vaker hun instrument gebruiken (namelijk iedere keer als ik hun plaatje aanwijs.) Ook heb ik variatie gebruikt door er nog meer plaatjes bij te doen. Zo wordt het ook moeilijker. Betekenis: De kinderen zijn bezig met het thema bouwen. Daarom heb ik deze les ook aansluitend bij het thema gemaakt zodat de les betekenis heeft voor de kinderen. |
Feedback Sjoerd:
Beste Christa,
Bedankt voor je les.
Les muziek, feedback van Sjoerd Meijer: onvoldoende
| |
Je gebruikt het KVB-model muziek correct
De doelen van de les passen bij de ontwikkeling van de leerlingen en sluiten aan op de belevingswereld
Er is gebruik gemaakt van vakspecifieke didactiek
Op 3 onderdelen is er een koppeling met de theorie
Er wordt minimaal 1 vakinhoudelijke bron gehanteerd
|
Nee
Ja
Nee
Nee
Nee
|
Je kunt dit mailtje in je kunstdossier plakken om aan te tonen dat ik je feedback heb gegeven. Ik houd zelf ook bij welke lesvoorbereidingen ik heb beoordeeld, maar het moet ook in jouw kunstdossier staan. Je moet nog wel de nodige aanpassingen doen.
Denk je ook aan je reflectie?
Met groet,
Sjoerd Meijer
Ik heb de aanpassingen verwerkt. Ik had alleen wel alles al gekoppeld aan bronnen, maar dat had ik er niet bij gestuurd. Ze staan nu dus wel in mijn kunstdossier. Zelfevaluatie heb ik ook bij drama gemaakt. Er moest eigenlijk maar 1 zelfevaluatie in. Daarom heb ik alleen bij drama een bron verwerkt in mijn zelfevaluatie.
Verantwoording met bronnen:
Lei, R. van der, Haverkort, F., Noordam, L. (2010) Muziek Meester. ThiemeMeulenhoff: Baarn/Utrecht/Zutphen.
Toelichting: Muziek Meester stelt dat het uitdelen van de instrumenten cruciaal is voor het slagen van de les. Je moet bij het uitdelen duidelijk afspraken maken met de kinderen over wat te doen met de instrumenten als je ze hebt gekregen. Ze mochten er even op spelen. Toen ik aan mijn uitleg wilde beginnen heb ik tegen de kinderen gezegd dat ze hun instrument best vast mogen houden maar als ze het moeilijk vinden om er niet op te spelen dat ze hem dan even onder hun stoel moesten leggen.
Volgens Redant (2005, p. 90) ben ik organisatorisch goed voorbereid op de les omdat ik overleg heb gehad met mijn mentor over de beschikbare materialen (instrumenten) op mijn stage school. Ook zegt hij dat het handig is om je materialen klaar te leggen op de tafel voor de les begint. Ik heb de platen thuis al uitgedraaid en deze had ik op het bureau klaar gelegd zodat ik gelijk kon beginnen met de les. De materialen lagen ook allemaal al klaar.
Tijdens mijn muziek les heb ik ervoor gekozen om de kinderen zelf met instrumenten te laten spelen. Volgens Haverkort e.a., 2010-2011, p 95, hebben instrumenten een grote aantrekkingskracht op kinderen. Wanneer er een instrument op tafel ligt kunnen ze er niet vanaf blijven. Daarom vond ik het belangrijk om de kinderen niet meteen erop te wijzen dat het stil moest zijn als zij hun instrument vast hadden. Als ik mijn handen ver uit elkaar deed mochten ze zo hard mogelijk erop spelen en als mijn handen dichter bij elkaar kwamen moesten zij dit weer zachter doen. Als mijn handen elkaar aanraakten moest het til zijn. Zo hebben ze toch nog even op hun instrument kunnen spelen voor ik aan mijn uitleg begon. Zo bleef het ook rustig onder mijn uitleg.
Zelfevaluatieformulier
Student:Christa Kluifhooft (110168) Groep: 1j Mentor: Yvonne Kruithof
Stageschool:Kon. Beatrixschool Groep: 1 en 2
Stagebegeleider/coach Inge Asscheman
Activiteit(en) :Muziekspel Datum: 16-02-2012
Geef je eigen mening weer naar aanleiding van de verrichte lesactiviteiten door in te gaan op onderstaande vier vragen:
1. Noem drie punten waarover je tevreden bent en waarom.
- Ik ben tevreden over de orde die ik kon houden onder de muziek les omdat dat best lastig is als de kinderen allemaal een muziek instrument vasthebben. Ik heb van te voren duidelijke regels gemaakt (er een soort spelletje van gemaakt: handen ver uit elkaar muziek spelen, handen tegen elkaar moet het stil zijn.)
- Ik ben tevreden over mijn voorbereiding van de les. Ik heb de platen uitgedraaid en heb ook rekening gehouden met het aantal instrumenten op school.
- Ik ben tevreden over de gehele les omdat de kinderen enthousiast mee deden en mij dit ook een groot plezier doet.
2. Noem drie punten die je de volgende keer beter/anders wil doen en geef aan hoe je dat gaat aanpakken.
- Als ik deze les nog eens zou geven zou ik van te voren beter bedenken waar ik zou gaan staan zodat alle kinderen de platen goed kunnen zien.
- De gehele les de platen gebruiken. Ik ben op het laatst gaan zitten zodat alle kinderen de platen konden zien en noemde dan het voorwerp op maar dan maak je geen gebruik meer van de platen.
- De instrumenten terug brengen ging nu een beetje slordig. Volgende keer de instrumenten via de platen terug laten brengen of eerst een instrument noemen. De kinderen die dat instrument dan vast hebben mogen hem terug brengen.
3. Geef je reactie op de gekozen aandachtspunten bij de lesvoorbereiding.
Ik heb mijn uitleg stapje voor stapje gedaan zodat het voor de kinderen duidelijk bleef. Ook heb ik met het onderwerp bouwen gewerkt omdat dat op dat moment het thema was. Dit was dus ook een betekenisvolle les voor de kinderen.
4. Kies drie relevante vragen uit de zelfevaluatievragenlijst en beantwoord deze.
1. Op welke manier heb je aan de orde gewerkt in de klas?
Om de orde te houden heb ik nadat ik de instrumenten had uitgedeeld uitgelegd aan de kinderen dat ze heel hard mochten spelen op hun instrument als ik mijn handen ver uit elkaar had en als ik ze dichter naar elkaar toe deed moesten zij zachter spelen. Dit vonden ze heel leuk. Zo kon ik ook goed de orde houden.
2. Sloot je les aan bij de beginsituatie van de klas? Zo ja, waaruit bleek dit? Zo nee, idem.
Ja, deze les sloot aan omdat de kinderen bezig waren met het thema bouwen. Ze leerden ook verschillende gereedschappen kennen. Ik wist welke gereedschappen zij al kende en deze heb ik uitgedraaid. De platen waren dus ook voor ieder kind duidelijk.
Het was de bedoeling dat de kinderen ook goed zouden onthouden bij welk plaatje ze moesten spelen op hun instrument. Eerst was het nog even lastig maar het ging later steeds beter. Toen ze het heel goed deden heb ik er meer plaatsjes bij gedaan zodat het moeilijk werd maar ook dit ging de kinderen heel goed af. Ik kan daarom ook concluderen dat ik mijn doel van deze les heb bereikt.
Lesbegeleiding:
Lesbegeleiding
Naam
|
Christa kluifhooft
|
Groep
|
1j
|
Stagebegeleider/
coach |
Inge Asscheman
|
Stageschool
|
Kon. Beatrixschool
|
Groep
|
1 2
|
Mentor
|
Yvonne Kruithof
|
Activiteit
|
muziekspel
|
Datum
|
16-02-12
| ||
Leerpunten student
|
1.
|
2.
|
3.
|
Observaties
|
Feedback
| |
Lesuitvoering
Wat doet de student waardoor gewenst gedrag / resultaat ontstaat?
Waar blijven kansen onbenut?
Welke handelingen leiden tot ongewenst resultaat?
|
Je spreekt de kinderen op de juiste manier aan, prima!
Je zit bij het aanwijzen van de platen soms voor het zicht van een kind, hij/zij kan de plaat dan niet zien.
Als ze toch doorgaan moet je iets doen.
Er zitten 2 kinderen omgedraaid.
Je gebruikt soms de platen niet meer, alleen de woorden van de plaatjes.
Sommige instrumenten hebben de verkeerde klopper.
Leuke les!
|
Bepaal van te voren een juiste plek.
Stel je maatregelen. Laat anders de instrumenten weghalen.
De platen zijn dan niet meer functioneel.
Laat de instrumenten ook terug brengen via de platen.
|
Voorbereiding
- beginsituatie
- doelstellingen
- evaluatie
- middelen
- organisatie
- gekozen lesmodel
- lesopbouw
|
Conclusies
| ||
Feedback op leerpunten student
|
1.
| |
2.
| ||
3.
| ||
Leerpunten
- volgende keer
- komende tijd
| ||
Geen opmerkingen:
Een reactie posten